Een gewone dinsdag Een gewone dinsdag
Ik vraag hem of we ook weer een boom krijgen van de winkeliersvereniging. (Vorig jaar waren we in eerste instantie vergeten, maar kregen we alsnog een prachtboom op het Kerkplein.) Sander antwoordt dat we zekere een boom krijgen, sterker nog, het kan nu meteen.
Een gemeentelid komt op goed geluk haar vergeten liedboek ophalen en ik wijs de plek aan voor de boom (nooddeuren en een aanrijdroute voor de rouwauto moeten vrij gehouden worden). Het snoer voor de elektriciteit gaat door het dakraam in de kopieerruimte. Sander hangt lichtjes in de boom, terwijl ik de tochtgaten langs het dakraam dicht met handdoeken en tape. Elly en Marlies hebben gisteren de sterren al op de ramen geplakt, dus het kan advent worden. Ik schrijf snel een herinnering  voor de weekbrief: er zijn nog geen stalletjes gebracht. Ik vind er nog één in de “alles-wat-je-kwijt-bent-doos” en zet die vast voor het raam. Bij de kerstverkoop van de wereldwinkel verkopen ze mooie bedankkaartjes. We raken in gesprek en opperen het idee om deze verkoop weer eens in de Dorpskerk te houden. 
Terug in  ’t Voorhuys zie ik Bert en we overleggen over wat praktische zaken. Ad krijgt een appje dat ik erg verlaat ben (waar hij niet echt meer van opkijkt). Ik mail/bel nog even over wat verwarrende informatie rond een uitvaart (en later op de dag nog een keer en nog een keer) ,drink koffie met het kerkhofteam, voer vuil af in alle soorten en maten en zuig nog even de mat i.v.m. vanavond.
‘s Avonds is er een grote opkomst bij een gespreksgroep en omdat Anki ziek is staat Bert er alleen voor. Ik heb aangeboden om  koffie-/thee te schenken. Er komen veel meer mensen dan zich hebben aangemeld en Bert haalt van boven een stapeltje extra stoelen. De liftdeur wordt wat te ver opengezwaaid, waardoor de dranger bovenop eraf schiet. Even gauw klimmen op een stoel (veilig werken?) om die er weer in te doen. “Dat is vast al vaker  gebeurd”, klinkt het.  Tot nu vermaak ik me prima, ondanks alle onverwachte drukte, maar dan: iemand neemt een gast mee en stelt die voor aan Bert, mij straal negerend terwijl ik naast Bert sta en koffie aanbied; iemand komt binnen, ziet niet dat ik even naar de keuken loop voor nieuwe koffie en vraagt wat verongelijkt of je zelf de thee moet inschenken; ik pak een theeschotel van een veel te hoge stapel in een bovenkastje (die daar niet moet staan) en krijg de halve stapel op mijn hoofd. De schotels zijn nog heel, maar ik krijg acuut hoofdpijn. Ik had mensen toch gevraagd de stapels niet zo hoog te maken? Het lucht niet op als ik er later een mailtje over schrijf.   
Het helpt wel om de dag nog eens door te nemen en ook de mooie dingen op te schrijven. Morgenvroeg komt de PIEK, het schoonmaakbedrijf.  Dan begint de dag weer goed, met zulke aardige mensen.  
De beheerder
 
terug